Beroemde voorouder: Lucas van Leyden


Lucas Hugensz.
(1494 – 1533)

(Also known as: Lucas van Leyden)

Born: Between 15 May 1494 and 15 June 1494 in Leiden, ZUH, NLD
Died: Between May 1533 and 5 August 1533 in Leiden, ZUH, NLD

Occupation (in Dutch): schilder, graveur

Father:Hughe Jacobsz.
Mother:
Maria Heyndrix

Married (1):NN _

Children:
1.
Marijtje Lucasdr.(1512 – 1572)

Married (2): After 1526
Lysbeth van Boschhuizen

Further information on Lucas Hugensz. (mainly in Dutch):
Feiten over Lucas en zijn familie

De vader van Lucas van Leyden was Hugo Jacobszoon, zijn vrouw Marie Heynricksdochter was de dochter
van heynrick Danelsz. Samen hadden zij vijf kinderen: Lucas, Katrijn, Marie, Griet en Barber.
Het is niet zeker wanneer Hugo met Marie Heynricksdr trouwde maar zij moet voor 1498 overleden zijn. Kort
daarna hertrouwt Hugo met Beatrijs Dircksdr (sterft in 1530), de dochter van Dirck Florisz Zij hadden samen
nog een kind: Dirck.

Lucas zelf trouwt na 1526 met Lysbeth van Boschuizen, dochter van Alijt Heermans en Jacob van Boschuyzen.
Haar vader was een aanzienlijk man in het Leiden van die tijd. Lysbeth was al eerder getrouwd geweest,
namelijk met een zekere Jan van Wena. Het huwelijk tussen Lucas en Lysbeth blijft kinderloos, maar
Lucas heeft wel een dochter gehad. In de stukken wordt gesproken over zijn dochter Marijtgen als een
onwettig kind.

Marijtgen trouwt met Dammes Claesz de Hooy, een schilder net als haar vader. Samen hebben zij negen kinderen:
Lucas, Nicolaus, Jan, Cornelis, Huych, Marie, Claertgen, Beatrijs en Jannetge. De oudste zoon Lucas Dammesz.
wordt geboren in 1533, volgens Van Mander negen dagen voor de dood van zijn beroemde grootvader.

Hugo Jacobsz overleeft zijn zoon Lucas en moet gestorven zijn voor 16 october 1538. Lucas’ kleinzoon
Lucas Dammesz sterft in Utrecht in 1604 maar spreekt op hoge leeftijd nog met Karel van Mander over zijn
beroemde grootvader. Zijn broer Jan Dammesz de Hooy, schilder voor de Franse koning, sterft in 1615,
in Frankrijk.
Karel van Mander over Lucas van Leyden

Lucas van Leyden, geboren Lucas Hugenszoon, krijgt grote aandacht van de 16/17de eeuwse schilder, schrijver
en kunsttheorethicus Karel van Mander (http://www.lakenhal.nl/drieluik/tekst/man-02b.htm). In zijn kunstenaarsbiografie
besteedt Van Mander niet minder dan zeven pagina’s aan deze Leidse schilder. Zijn Schilder-Boeck’
(http://www.lakenhal.nl/drieluik/tekst/man-01b.htm) werd in 1604 uitgegeven, het bevat een deel over
Het Leven der Doorluchtighe Nederlandsche en Hoogh- duitsche Schilders . Hierin beschrijft Van Mander: Het
leven van Lucas van Leyden, uytnemende Schilder, Plaatsnijder en Glas-schnijder
(http://www.lakenhal.nl/drieluik/tekst/man-05.htm). Wat goed naar voren komt, is dat de schrijver de
Leidse kunstenaar erg bewonderd. Zelfs de beroemde Albrecht Dürer bezoekt de jonge kunstenaar in Van
Manders beschrijving, terwijl dit zeer waarschijnlijk net andersom geweest is. Volgens de schrijver was Lucas
van Leyden een natuurtalent, uitmuntend in alles wat hij deed.

Een korte beschrijving: Lucas van Leyden werd geboren eind mei of begin juni 1494. Zijn vader was ook een
schilder, genaamd: Huygh Jacobsz, hij was tevens Lucas’ eerste leermeester. Daarnaast was hij in de leer bij
de Leidse Meester Cornelis Engebrechtsz, hij leerde graveren van iemand die etsen maakte met sterk water op harnassen,
ook heeft hij onderricht gehad van een goudsmid. Lucas trouwde met een voornaam meisje uit de familie Boschhuyzen,
Van Mander weet ook nog te vertellen: Lucas was wat cleen en teerachtich van persoon. In 1532 bezoekt Albrecht Dürer
Lucas in Leiden, zij schilderen elkanders beeltenis op een paneel, en hebben hun t’samen met malcanders
teghenwoordicheyt in aller vriendelijckheyt vermaeckt , oftewel: zij konden goed met elkaar overweg.

Toen Lucas ongeveer 33 jaar oud was (dit zou volgens Van mander in het jaar 1527 moeten zijn), maakte hij een
reis naar Zeeland, Vlaanderen en Brabant. Als eerste bezocht hij Jan van Mabuse (Jan Gossaert) in Middelburg,
deze vergezelde hem op zijn verdere reis. Lucas geloofde dat hij tijdens deze reis vergiftigd was, de volgende zes
jaar van zijn leven was hij vaak ziek en aan zijn bed gekluisterd.

De Leidse kunstenaar stierf in 1533 in zijn geboortestad op 39-jarige leeftijd. Lucas had slechts een kind,
een dochter. Deze had twee zoons, beiden schilders: Lucas Dammesz (1533-1604) en Jan (Dammesz) de Hooy,
schilder van de Franse koning.

Zelfportret Lucas van Leyden


Laatste Oordeel


Drieluik van het Laatste Oordeel

datering: 1527
materiaal: olieverf op paneel
afmeting: 300,5 x 434,5 cm

Het Laatste Oordeel, het beroemdste en meest prestigieuze werk van Lucas van Leyden, werd in 1526 besteld door de kinderen van Claes Dircsz. van Swieten ter nagedachtenis aan hun vader. Het drieluik werd na voltooiing geplaatst in de Pieterskerk in Leiden. Het overleefde als een van de weinige altaarstukken de beeldenstorm van 1566.

Het onderwerp is ontleend aan de Openbaringen van de evangelist Johannes. In het midden is de Messias weergegeven, omgeven door de apostelen, de oudsten en twee engelen die met hun bazuinen het Laatste Gericht inluiden. In het onderste deel van de compositie richten de gestorvenen zich uit hun graven op. De geredde zielen worden links ten hemel gevoerd, rechts sleuren gedrochten en duivels de verdoemden naar de hel. Aan de buitenzijde schilderde Lucas de apostelen Petrus en Paulus, de patroonheiligen van de Pieterskerk in een indrukwekkend landschap dat de invloed van Zuid-Nederlandse landschapschilders verraadt.

In afwijking van de middeleeuwse beeldtraditie schilderde Lucas de jongste dag zonder stichters en zonder heiligen. De naakten ontleende hij aan renaissanceschilders als Michelangelo, Signorelli en Rafael. Hun werk was in de Nederlanden bekend doordat er prenten van gemaakt werden die ook hier te koop waren. Een nieuw besef van ruimtelijkheid en kleurharmonie kenmerkt dit drieluik dat als een van de meesterwerken van de noordelijke Renaissance geldt.

Genezing van de blinde


Christus geneest de blinde van Jericho, binnendeel van een drieluik.


Een Lucas van Leyden voor 216 pond

Lucas van Leyden: Aartsengel Gabriël (ca. 1520)

AMSTERDAM – Het Rijks was vorig jaar bezig met de aankoop van Rembrandts Catrina Hoogsaet, toen plotseling een zeer zeldzame tekening van Lucas van Leyden op de markt kwam. Ger Luijten, hoofd Rijksprentenkabinet, had de tekening van aartsengel Gabriël graag willen kopen, maar de aanbieder vroeg er te veel voor. ”De prijs was onoverkomelijk.” Een bedrag met zeven cijfers, naar onlangs bleek.

De prijs van Rembrandts portret van Catrina Hoogsaet was veertig tot zestig miljoen euro. Dat was voor het Rijks te hoog, waardoor het afscheid van directeur Ronald de Leeuw met wat minder tromgeroffel passeerde. En daar kwam nog bij dat Catrina wel wel eventuele andere grote aankopen verhinderde.

Jammer. ”Tekeningen van Lucas van Leyden zijn hyperzeldzaam, er zijn er minder dan dertig,” aldus Luijten. Het Metropolitan Museum of Art (Met) in New York heeft het tekenblad gekocht met financiële steun van kunstverzamelaars en mecenassen Debra en Leon Black. Het is de eerste tekening van Lucas van Leyden in een Amerikaanse openbare collectie.

Aartsengel Gabriël zal deze herfst dienen als één van de hoogtepunten in de tentoonstelling naar aanleiding van het afscheid van Metdirecteur Philippe de Montebello.

Aan de tekening kleeft een bijzondere geschiedenis waarbij iemand een ongelooflijke uitbrander zal hebben gekregen. Op 12 juli 2005 kocht een liefhebber van maritieme schilderijen en aquarellen op de speciaal op zijn smaak toegesneden veiling voor 216 Engelse pond het lotnummer 209. De kavel bestond uit zes landschapjes van de obscure kunstenaar William Frederick Witherington (1785-1865) en een, zoals het op de website van het veilinghuis staat omschreven, ‘oningelijste tekening van een oude meester van een andere hand’.

Die tekening is dus van de hand van Lucas van Leyden, één van de grootste Hollandse meesters van de zestiende eeuw. De Italiaanse kunstenaarsbiograaf Vasari achtte Van Leyden hoger dan Albrecht Dürer. Beide kunstenaars waardeerden elkaars werk en blonken als eersten in het noorden van Europa uit in de graveerkunst.

De liefhebber van maritieme onderwerpen had niet in de gaten wat hij in handen had en verkocht de tekening aan een andere verzamelaar, die de moeite nam het tekenblad te laten bestuderen door Gregory Rubinstein, expert tekeningen oude meesters bij Sotheby’s.

Rubinstein zag een blad met aan de voorkant het van Lucas van Leyden bekende monogram L en aan de achterkant de inscriptie ‘L van Leyden’. De engel met wapperende krullen was uiterst verfijnd getekend en was gestoken in een schitterend gewaad. Het gelaat van Gabriël had Van Leyden weergegeven alsof de engel een individu was.

Rubinstein ging bij het Rijksprentenkabinet te rade, omdat conservatoren Wouter Kloek en de onlangs gepensioneerde Jan Piet Filedt Kok specialisten zijn van het oeuvre van Van Leyden.

”De tekening bleek loepzuiver,” zegt Ger Luijten. ”Het blad is een pendant van een tekening van Maria in het Kupferstichkabinett in Berlijn. Samen vormen ze de annunciatie. Beide bladen hebben exact dezelfde afmetingen, dus wij denken dat de tekeningen zijn geconcipieerd voor een diptiek of een glas-in-loodraam.” Na de tentoonstelling The Philippe de Montebello years in het Met zal de tekening worden herenigd met de Berlijnse pendanttekening.

De maritieme verzamelaar en de medewerker van Christie’s kunnen zichzelf wel voor hun hoofd slaan. (JHIM LAMOREE)

Parool, 12 augustus 2008.